“De energietransitie zal het Nederlandse landschap ingrijpend veranderen” is een veel geciteerde uitspraak van de voorzitter van het college van rijk adviseurs en rijksbouwmeester Floris Alkemade, recent nog op televisie. Hij vervolgde met de waarschuwing, dat hiervoor regie nodig is om de kwaliteit van de ruimtelijke leefomgeving, van het landschap, te waarborgen. In het Panorama Nederland (zie verder op in dit bericht) wordt dit in bredere samenhang met maatschappelijke vraagstukken gezien.
Dat we niet ontkomen aan het plaatsen van zonneparken en windmolens lijkt een consensus. Het gaat er dus om: hoe? en waar? Gemeentebesturen, particulieren, ondernemers, investeerders, energiemaatschappijen niemand wil de boot missen. Het is haast een koorts die het land in de greep heeft. Vooralsnog dus zonder duidelijke regie.
Ondertussen zijn er in het Rivierengebied een groeiend aantal energiebronnen ontstaan en zichtbaar. Wij laten een paar de revue passeren en wagen ons aan een voorzichtige beoordeling vanuit landschappelijk oogpunt.
Zonnevelden
Het zonnepark op het AVRI terrein langs de A15. 34.000 zonnepanelen op de vuilstortheuvel zijn goed voor groene energie voor 3000 huishoudens. Het maakt slim gebruik van grond, die voor landbouw of bebouwing niet bruikbaar is. De zichtbaarheid vanuit de A15 is weliswaar groot, toch passend bij het bedrijvengebied en industriële karakter van deze strook.
Windmolens
Dit project is door Betuwewind gelijktijdig met de 11 windmolens bij het knooppunt Deil ontwikkeld. Op dit moment worden in natuurgebied van Staatsbosbeheer de funderingen aangelegd voor deze giganten. Het wordt spannend! De zichtbaarheid zal enorm zijn. Hoe zullen we dat beleven? Nog even genieten van het landschap zonder en straks trots zijn op de windmolens?
Horizon vervuiling?
De windmolens bij Culemborg en Vianen, zijn weliswaar niet in het kerngebied van het Lingelandschap, maar tonen goed aan hoe ver de optische uitwerking strekt.
Duurzame verstedelijking
Waterschap Rivierenland heeft bij de rioolzuivering in Gorinchem –Oost 2700 zonnepanelen gezet. Met behulp van de zon wordt rioolwater schoongemaakt. Een mooi voorbeeld van directe toepassing die landschappelijk geen negatieve invloed heeft. Het heeft immers een industriële bestemming. Op “de ladder van duurzame verstedelijking” staat dit bovenaan. Volgens deze geldt bij het zoeken naar locaties voor zonneparken: eerst op daken, dan op industriële bestemmingen, enzovoort en pas als laatste op landbouwgrond.
Een dakenwet!
“Daken van bedrijven, dat zijn de aangewezen plekken om zonnepanelen te leggen”, daar is het iedereen over eens, dat moet veel meer worden toegepast. Citaat Rijks adviseur Frans Alkemade: “Er moet een dakenwet komen”. Waarom vallen mij geen grote zonnepanelen op daken op? Wellicht omdat ze op platte daken liggen en niet zichtbaar zijn? Mooi, dat is precies de bedoeling! Of omdat ze er nog zeldzaam zijn? Wel op boeren bedrijfshallen, op de grote schuine dakvlakken, die door hun ligging in het open veld van verre te zien zijn. Een spiegelend oppervlak, weliswaar opvallend maar acceptabel.
Inpassing van zonnepanelen
Openbare gebouwen doen ook mee. Het meest bijzondere vind ik wel de kerk in Leerdam, met de panelen in de vorm van een kruis laat zien dat je er meer van kunt maken dan alleen een functionele noodzaak.
Niet alle daken vol
En dan de steeds groeiende aantal zonnepanelen op daken van woonhuizen. Bewoners grijpen de kans op subsidie aan, willen hun steentje bijdragen aan de energietransitie. Soms lijkt het dat men dan maar op de koop toeneemt, dat het aanzien van het huis er door aangetast wordt. En helaas betekent dit ook een aantasting van het landschapsbeeld. De karakteristieke woonhuizen in onze dorpen en langs de dijken in het rivierengebied zijn onlosmakelijk en bepalend voor dat landschapsbeeld. De vraag rijst of collectieve zonneparken een oplossing zou zijn om verdergaande verrommeling te voorkomen.
“Sunflower”
Recent is een bijzondere vorm van zonnepanelen “gegroeid” langs de dijk. Zonnepanelen in de vorm van een grote bloem, sunflower genoemd. De huiseigenaren maakten de overweging, op het groene dak zonnepanelen leggen, die van verre zichtbaar zijn? De panelen op een pergola om het huis leggen? Neen, dat zou te veel impact hebben op het aanzicht. Men koos voor een verzelfstandiging, op zich een mooi ding. Ik citeer: “ Het verhaal zegt dat we hem mooi vinden qua zonnepanelen en techniek, maar een aanwinst voor het Lingelandschap is het natuurlijk niet, want mooier is helemaal niets neerzetten”. Dit is het dilemma en ook het resultaat.
Panorama Nederland
Panorama Nederland is een toekomstperspectief voor ruimtelijke inrichting van Nederland. Het laat zien hoe de grote maatschappelijk vraagstukken van nu de sleutel kunnen zijn voor welkome, structurele verbeteringen in de toekomst. Het is opgesteld door het college van Rijks adviseurs en werd in december 2018 gepresenteerd aan de minister. Floris Alkemade is rijksbouwmeester en voorzitter van het college van Rijk adviseurs. In een interview met Cobouw 1 januari 2019 zegt hij met betrekking tot energietransitie en het landschap het volgende:
Citaat: “In onze visie winnen we een derde van alle toekomstige energie door te besparen. Isoleren en efficiënter met bronnen omgaan. Een derde is afkomstig van geothermie en aquathermie. En dan is er nog een derde nodig aan elektriciteit, waarvan de helft afkomstig is van windparken op zee. In totaal een zesde van de complete energiebehoefte. Offshore windmolens kunnen voldoende schaalgrootte halen, terwijl ze ver weg staan en ze nauwelijks ziet. De rest van de stroom moet komen van windmolens op land en van zonneparken op daken en gevels. We pleiten voor terughoudend te zijn met de aanleg van zonneparken. Daarmee leg je alleen maar weer een nieuwe industriële laag over het landschap heen. Daar wordt de ruimtelijke kwaliteit niet beter van. Terwijl er zoveel daken onbenut zijn. Wij pleiten voor een speciale dakenwet.”
Uit Cobouw 1 januari 2019, interview met Floris Alkemade
Regie noodzakelijk
De VBL staat achter de roep om regie. De overheid moet haar rol vervullen om initiatieven in goede banen te leiden en te zorgen dat energietransitie niet ten koste gaat van waardevolle landschappen.